Lang niet altijd laten paarden merken dat ze last hebben van hun mond. Zeker wanneer een paard niet gereden wordt, kan het lastig zijn om te zien dat ze kiesproblemen hebben.
Bij het rijden vallen deze paarden vaak wat eerder door de mand doordat ze onrustig kunnen zijn met hun hoofd, aanleuningsproblemen vertonen of bijvoorbeeld met hun hoofd kantelen. Lang kunnen paarden zich aan hun ongemak aanpassen zonder iets te laten merken met eten.
Malocclusie
Wanneer het boven- en ondergebit niet goed op elkaar aansluiten spreken we van een malocclusie. Aangezien de tanden en kiezen (uitgezonderd wolfskiezen en ruinentanden) levenslang uit de tandkas blijven komen totdat ze volledig afgesleten zijn, kan een subtiel probleem leiden tot grote problemen met pijnlijke ontstekingen en het verschuiven tot zelfs het verliezen van kiezen in de mond.
De kaken van een paard zijn anisognaat wat betekent dat de bovenkaak breder is dan de onderkaak.
In rust hebben de kiezen maar gedeeltelijk contact met elkaar en het kauwvlak van de kiezen heeft een hoek, wat in dezelfde foto ook te zien is. Deze hoek hoort te zitten tussen de 10 en 15°.
De gebitselementen zijn hypsodont, ze hebben een hele lange kroon en maar een korte wortel.
Bij een jong paard steekt maar een klein deel van deze kroon boven het slijmvlies zichtbaar in de mond uit. Er zit dan nog een lang stuk reservekroon in de tandkas. Een kies kan bij een jong paard wel 10 cm lang zijn. Deze gebitselementen schuiven continu een stukje op uit de tandkas met een lengte van ongeveer 3 millimeter per jaar.
In een rij kiezen zit een lichte kromming, welke de curve van Spee genoemd wordt. We spreken van een 3-puntsbalans wanneer de kaakgewrichten, snijtanden en kiezen met elkaar in balans zijn.
De meest voorkomende afwijkingen aan de kiezen, welke met goede gebitsbehandelingen te corrigeren zijn, zullen hier besproken worden.
Scherpe glazuurpunten
Bij elk paard worden er scherpe glazuurpunten op de kiezen gevormd. Bij het ene paard is dit extremer dan bij het andere paard, mede afhankelijk van hoe vaak en wat voor voedsel gegeven worden. Scherpe punten worden bij de bovenkiezen aan de wangzijde van de kies gevormd en bij de onderkiezen aan de tongzijde.
Dit komt doordat het kauwvlak van de kiezen onder een hoek geplaatst is. Deze scherpe punten vormen vaak een belemmering bij de aanname van het bit en hiervan zien we regelmatig beschadigingen in de wangen en een heel enkele keer aan de tong. Bij scherpe glazuurpunten punten kan de zijdelingse kauwslag belemmerd worden.
De scherpe glazuurpunten hebben pijnlijke beschadigingen in de wang veroorzaakt.
Deze scherpe punten kunnen met een behandeling makkelijk weggenomen worden, waarbij er om gedacht moet worden dat er zo weinig mogelijk van het kauwoppervlak van de kies weggenomen moet worden, wat bij overcorrectie wel gezien wordt.
Golfgebit
Tijdens het malen van het ruwvoer vindt normaal gesproken slijting plaats van de tegenover elkaar gelegen kiezen. Wanneer kiezen welke tegen over elkaar liggen in een ongelijk tijdsbestek wisselen, zullen ze ongelijk van hoogte zijn en gaat er een afwijkende slijting plaatsvinden. Dit gebeurt ook wanneer er een kies ontbreekt.
Van ernstige periodontitis wordt ook wel gedacht dat het een veroorzaker kan zijn van een golfgebit doordat het doorkomen van de kiezen dan met een afwijkende snelheid gaat. Bij het niet regelmatig behandelen van dit gebit zal er doorgroei van de kiezen plaatsvinden, welke geen kies van gelijke hoogte in de tegenoverliggende kaak zal hebben staan. Zo gaat er een golf ontstaan.
Trapgebit
Ook dit kan door het afwijkend wisselen en doorkomen van de kiezen ontstaan. In milde vorm zien we meer het golfgebit, maar er kan ook een overgangsvorm van beide zijn.
Schaargebit
Een schaargebit wordt verkregen wanneer de kiezen niet gebruikt worden om ruwvoer te malen. Meestal zien we dit eenzijdig ontstaan. Een enkele keer kan dit aan beide zijden ontstaan. Het kauwvlak is dan erg steil waardoor een goede zijdelingse maalslag niet meer mogelijk is.
Haken op de kiezen
Wanneer er een haak op de kiezen ontstaat zien we dit meestal aan de voorzijde van de eerste bovenste kies en de achterste kies in de onderkaak. Dit geeft problemen bij de voor- achterwaartse beweging van het hoofd. Wanneer het paard dit wil doen, hoort de onderkaak naar voren te schuiven, wat belemmert wordt door deze haken.
Daarnaast kunnen de scherpe punten van de haken slijmvliesbeschadigingen geven. Er is maar weinig ruimte achterin de mond bij het verwijderen van grote haken op de achterste kiezen. Hiervoor heb je geschikte elektrische apparatuur nodig.
‘Ramp’/helling
Vaak wordt de Engelse term ‘ramp’ gebruikt voor het aangeven van dit probleem. De onderste voorste kiezen worden aan hun voorzijde veel te hoog en de tegenover liggende bovenkies is helemaal ingesleten. Dit geeft meestal problemen met het bit en er kunnen scherpe punten op deze ramps zitten welke voor slijmvliesbeschadigingen zorgen.
Dominante kies
Een dominante kies is een kies die veel hoger is dan de andere kiezen in de rij. Dit kan ontstaan door afwijkend wisselen. Wanneer de tegenover liggende kies te laat wisselt en er daardoor geen afslijting voor een langere periode plaatsvindt.
Hier is een dominante kies te zien, deze is beduidend langer dan de andere kiezen in de rij.
Meestal zien we het wanneer er een kies ontbreekt en er geen goede gebitsverzorging heeft plaatsgevonden. Dan zal de tegenoverliggende kies doorgroeien bij gebrek aan afslijting. Dit kan al snel gaan aangezien een kies ongeveer 3 mm per jaar verder de tandkas uit opschuift.
Problemen voorkomen
Door minimaal één keer per jaar het gebit te laten nakijken (met goed licht en spiegel of een scope/camera), kunnen veel problemen voorkomen worden. Het uitbalanceren van het gebit komt precies en de behandelend persoon moet weten wat hij aan het doen is.
Het kan zijn dat er meerdere behandelingen met een paar maanden tussentijd nodig zijn om het gebit weer volledig in balans te krijgen. Dit mede doordat je niet elke overgroei in één keer kan verwijderen. Er moet zorg gedragen worden dat de pulpaholte (het leven van de kies) niet geopend wordt. De behandelend persoon moet een plan van aanpak hebben met de gebitsbehandeling.
Voor het uitbalanceren zal tijdens de behandeling met een goed licht in de mond gekeken moeten worden en er zorg voor gedragen worden dat elke kies afzonderlijk in de rij een juiste hoek en hoogte heeft en er een maximaal kauwvlak behouden blijft. Uiteindelijk wordt er gewerkt naar een gelijke drukverdeling in de mond, waarbij er niet een kies is die te zwaar belast gaat worden. Er moet wederom een evenwicht zijn tussen kaakgewrichten, snijtanden en kiezen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Hoefslag. Bekijk het originele artikel:
https://www.dehoefslag.nl/laatste-nieuws/veterinair-corrigeerbare-kiesproblemen-paard.html